Apetrots op lunch met eigen groente in Assendelft

ASSENDELFT – Voor de serie Eigenwijs zoeken wij mensen op die zelf hun eten en drinken regelen. Deze week gaan we opnieuw langs bij Sylvia Graafmans die met haar haar cursisten een groene lunch in elkaar draaide.

Door Annamara Hamersma – 22-8-2016, 14:54 (Update 22-8-2016, 14:54)


De groep is zo trots en dat is heel leuk om te zien”, zegt een misschien nog wel trotsere cursusleider Sylvia Graafmans. Na wekenlang hard werken in de tuin zit het erop. Er werden flink wat obstakels genomen en lessen geleerd: „’Moeten wij ook onkruid wieden?’, vroeg iemand heel verbaast aan het begin”, lacht Sylvia. Nu is de groep wijzer en toe aan een beloning; een uitgebreide lunch.

In het keukenschuurtje op tuinderij Het Groene Buitenland is het zaterdag een gezellig kippenhok. Zo’n twaalf deelnemers en vrijwilligers, gewapend met hun eigen borden en bestek, gaan de versgeteelde groentjes te lijf. „Je eet je eigen groenten met meer smaak. Het doet zoveel met je. Dan zie je zo’n aardappel en denk je ’wauw’!”, zegt Sylvia.

Op tafel staat een grote variatie van gerechten; spekbonen (’eigenlijk zijn dat hele dikke en zoete sperziebonen’), aardappels en een salade met komkommer en bieslook. „Eén cursist maakte een bietensalade, ik een courgettesoep met munt en cheddarkaas (een recept van Jamie Oliver) en iemand anders heeft pesto gemaakt van spinazie en broccoli”.

Tuinderij

De meeste groenten komen van eigen land, sommige uit de kas van de tuinderij. „De spekbonen en tomaatjes heeft de groep niet zelf geteeld. Die komen van de tuinder. Niet alles is dus gelukt, daarom hebben we voor de lunch wat gecombineerd”, legt Sylvia uit. De biologische moestuincursus van Sylvia geeft geen garanties. „Het is een experiment”.

De evaluatieformulieren stromen een paar dagen later langzaam binnen via de mail. „Iemand zegt dat het een gemoedelijke groep was, leuk! Iemand anders zou meer willen leren over fruit telen. Tja, maar dat is echt een vak apart”, lacht ze. „Vorig jaar was er veel vraag naar composteren. Vooral in de biologische landbouw is dat heel belangrijk. Op een boerderij loopt vaak een compost-meester rond; die weet alles van warm en koud composteren, wat voor wormen je moet gebruiken en hoe lang de hoop moet staan. Ik weet wel wat, maar zou er zelf ook meer over willen leren”, zegt Sylvia.

En dat is eigenlijk de ’bottom-line’ van het biologisch tuinieren; er is altijd meer. „Misschien ga ik wel een studie ’kruiden’ doen, naast mijn nieuwe baan, want ik begin binnenkort ook op een zorgboerderij. Weet je; hoe meer je leert, des te meer kom je erachter dat je heel veel nog niet weet”, grinnikt ze.